Bij de oprichting van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in 2007 werd uitgegaan van een instroom van 15.900 beroepen per jaar. Om deze instroom te kunnen verwerken kon de Raad beschikken over een personeelsbestand van 237 medewerkers, waaronder magistraten, griffiers en ondersteunend personeel.
In 2012, 2013 en 2014 werd de Raad echter geconfronteerd met een instroom van gemiddeld 26.313 beroepen per jaar. Hierdoor ontstond een achterstand van 27.000 beroepen en kan de Raad niet langer tijdig de rechtsbescherming bieden die vooropgesteld werd.
Door de opvangcrisis gaf de Raad in het verleden voorrang aan de behandeling van de asielberoepen, waardoor de achterstand zich voornamelijk situeert in het migratiecontentieux, onder meer voor beroepen ingesteld tegen een negatieve beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken inzake gezinshereniging, regularisatieaanvragen, aanvragen van een visum, etc.. De gemiddelde doorlooptermijn van de behandelde migratieberoepen is ondertussen opgelopen tot 450 dagen.
Om het hoofd te kunnen bieden aan de toegenomen werklast legde de Raad intern de nadruk op effectiviteit en efficiëntie zonder de kwaliteit van de rechtsbescherming uit het oog te verliezen. Hiertoe werden de processen geoptimaliseerd en werd de werklast van de magistraten in kaart gebracht onder begeleiding van de K.U.Leuven en Deloitte. Het behalen van de aldus uitgewerkte prestatienormen wordt intern permanent gemonitord.
Ook het beleidsniveau erkende de ernst van de problematiek en stemde in met een kaderuitbreiding.
Ondertussen beschikt de Raad over 270 medewerkers, een aantal dat amper volstaat om de huidige instroom te verwerken, maar dat ruim onvoldoende is om de achterstand aan te pakken.
Door de recente lineaire besparingen en de wervingsstop, die algemeen door de federale overheid werden ingesteld, is de verdere uitvoering van deze voorziene kaderuitbreiding niet mogelijk en wordt ook het basiskader stelselmatig verder verminderd, waardoor de verwerking van de achterstand niet gerealiseerd kan worden. Voor de 27.000 hangende beroepen en de betrokken vreemdelingen is er voorlopig weinig perspectief.