De rechters spelen geen golf

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen wenst enkele correcties aan te brengen bij de recente uitlatingen van een voormalige staatssecretaris.

Over de verdeling van de werklast

De werklast op de Raad is over het algemeen bijzonder hoog: tussen 12.000 en 17.000 beroepen per jaar sinds 2015. Deze hoge werklast geldt voor beide taalrollen, en is, in tegenstelling tot wat men liet uitschijnen, elk jaar aan Franstalige kant gevoelig hoger (20 à 30 procent meer inkomende beroepen) dan aan Nederlandstalige kant. Het aantal uitgesproken arresten ligt ook zeer hoog (tussen 16.500 en 23.000 arresten per jaar) en de gerechtelijke achterstand slinkt jaar na jaar. Zowel de Franstalige als de Nederlandstalige rechters hebben dus weinig tijd om golf te spelen.

Over de evaluatie van de rechters

De evaluatie van de rechters in vreemdelingenzaken is in een wetsbepaling voorzien. Tot op vandaag werd aan deze wetsbepaling geen enkel uitvoeringsbesluit gekoppeld. Om aan dit gebrek te verhelpen, heeft de Algemene Vergadering van de Raad in maart 2018 een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd en voorgelegd aan de toenmalige staatssecretaris. Er werd voorgesteld om het tuchtstatuut en het evaluatiemechanisme van de rechters in vreemdelingenzaken op één lijn te zetten met het stelsel van de magistraten bij de Raad van State en de rechterlijke orde. Op dit moment ligt de bal dus in het kamp van de regering, en eventueel van de wetgever, om dit verder te regelen. Vóór het ontslag van de vorige staatssecretaris werd hier alvast geen werk van gemaakt.

Over de verschillen in de rechtspraak

Het kan niet betwist worden dat de wet niet altijd eenduidig wordt geïnterpreteerd. Binnen de Raad vallen de verschillende interpretatielijnen zeker niet altijd samen met de taalgrens. Deze spruiten meestal voort uit een uiterst complexe wetgeving die sinds 2015 niet minder dan 32 keer gewijzigd werd (gemiddeld iets meer dan eens om de twee maanden).

In elk geval beschikken de partijen, en dus ook de minister of zijn gemachtigde over de mogelijkheid om de verwijzing van de zaak te vragen naar een tweetalige kamer (Verenigde Kamers of Algemene Vergadering) als zij dit nodig achten in het licht van de eenheid van rechtspraak. Sinds 2017 doet de Raad elk jaar in een vijftiental zaken principiële uitspraken in zulke tweetalige samenstellingen. Dit heeft geleid tot een voortschrijdende harmonisering van de rechtspraak. Geen enkele keer kwam de verwijzing naar de Verenigde Kamers of naar de Algemene Vergadering evenwel tot stand op vraag van de voormalige staatssecretaris of zijn gemachtigde. Misschien wist hij niet dat de wet hem deze mogelijkheid bood ?

Hoe dan ook, heeft noch de minister, noch de burger het recht om de rechter te ‘kiezen’ die hem het best uitkomt, los van de vraag of deze nu Franstalig, Nederlandstalig of Duitstalig is. Het tegendeel beweren is ofwel onjuist, ofwel een aanwijzing dat men het niet zo nauw neemt met de wet.

Kwestie van de burger volledig te informeren: onder onze magistraten is er trouwens slechts één (Nederlandstalige) die soms de golfsport beoefent. We vinden wel badmintonspelers, boksers, marathonlopers en wielrenners terug.

 

 

27/11/2019