Willekeurig geweld in Mali

De Raad kent de subsidiaire beschermingsstatus toe aan twee onderdanen van Mali omwille van het willekeurige geweld in hun regio van herkomst, respectievelijk de noordelijke en de centrale regio van Mali.

Op basis van de door de partijen verstrekte informatie heeft de Raad vastgesteld dat de veiligheidssituatie in Mali onlangs belangrijke wijzigingen heeft ondergaan en ernstig is verslechterd, waardoor een herevaluatie van het niveau van het willekeurige geweld in Noord- en Centraal-Mali zich opdringt.

De Raad concludeerde, na een volledige en ex nunc analyse van detoestand, dat de mate van het willekeurige geweld in het noorden en het centrum van Mali zo hoog is dat ervan moet worden uitgegaan dat elke Malinese burger  die afkomstig is uit deze twee regio's van Mali, door het loutere feit van zijn of haar aanwezigheid in deze gebieden een reĆ«el risico loopt op ernstige schade bestaande uit een bedreiging voor het leven of de persoon door toedoen van het willekeurige geweld aldaar, zonder dat andere specifieke omstandigheden behoeven te worden onderzocht.

Gelet op de situatie in Mali heeft de Raad bovendien geoordeeld dat er voor een Malinees verzoeker om internationale bescherming, afkomstig uit het noorden of het midden van Mali geen intern vestigingsalternatief voorhanden is in een andere regio van het land (CCE, 18 mei 2022, nr. 272 907 en nr. 272 908).

24/05/2022