In zijn arrest nr. 332 739 van 11 september 2025 wijst de Raad erop dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in zijn rechtspraak het absoluut karakter van de bescherming van artikel 3 van het EVRM heeft benadrukt. Het absoluut karakter geldt ook in zaken die terrorisme betreffen. Dit impliceert dat het eventuele gevaar dat van een vreemdeling zou kunnen uitgaan voor de openbare orde of de nationale veiligheid op zich niet toelaat te oordelen dat deze persoon mag worden overgebracht naar een land waar hij een ernstig risico loopt om te worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen. Indien er door een vreemdeling ernstige elementen worden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat hij in het land waarnaar hij zal worden overgebracht dreigt te worden onderworpen aan door artikel 3 van het EVRM verboden behandelingen, dan komt het aan de overheid toe deze gegevens zorgvuldig te onderzoeken. De overheid moet zich er, alvorens een beslissing tot verwijdering te nemen, van vergewissen dat de overbrenging van de betrokken vreemdeling toch verenigbaar is met voormelde verdragsbepaling.
Artikel 3 van het EVRM geldt onverkort in terrorismedossiers
12/09/2025