Nieuws
Minderjarige Servische asielzoekers
Minderjarige Servische Roma-kinderen dienden vanuit het gesloten centrum asielaanvragen in. Omdat Servië als een veilig land van herkomst wordt aanzien, beschouwde de commissaris-generaal deze asielaanvragen als kennelijk ongegrond. Er bestaat een vermoeden dat asielzoekers die afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst geen risico lopen op vervolging of ernstige schade. De asielzoekers kunnen dit vermoeden omkeren door aannemelijk te maken dat, in hun specifieke geval, dit land niet ‘veilig’ is.
Recent verblijf
De commissaris-generaal is van oordeel dat verzoeker niet heeft voldaan aan de op hem rustende medewerkingsplicht door niet alle informatie te verstrekken waarover hij beschikte om zijn recente herkomst te bepalen. Hij leidt eruit af dat verzoeker “niet op afdoende wijze aannemelijk heeft gemaakt dat hij nood heeft aan subsidiaire bescherming” zoals bedoeld in artikel 48/4, §2, c) van de vreemdelingenwet.
Kindvriendelijke rechtspraak
De Raad spreekt een arrest uit dat een minderjarige van 13 jaar oud, al dan niet met bijstand van een volwassene, zou kunnen volgen en begrijpen, in overeenstemming met de richtsnoeren voor een kindvriendelijke justitie van de Raad van Europa (RvV 28 juni 2018, nr. 206 213).
Dublin-overdracht naar Griekenland : geen vrijbrief, maar evenmin een principieel verbod
De Algemene Vergadering van de Raad heeft de vordering tot schorsing van een overdrachtsbesluit van een asielzoeker naar Griekenland verworpen. Dit overdrachtsbesluit werd door de Dienst Vreemdelingenzaken getroffen in toepassing van de Europese Dublin III-Verordening.
De Raad stelt enerzijds vast dat er nog steeds problemen bestaan inzake de asielprocedure en de opvangomstandigheden in Griekenland, maar dat er actueel geen sprake meer is van systeemfouten die elke overdracht van een asielzoeker naar dit land verhinderen.
Verlenging van de Dublin-overdrachtstermijn
De Dublin III-Verordening bepaalt welke Europese lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming en onder welke voorwaarden een asielzoeker desgevallend aan een andere lidstaat dient te worden overgedragen.
Een impliciete beslissing om de overdrachtstermijn van 6 maanden tot maximaal 18 maanden te verlengen (artikel 29.2 van de Dublin III-Verordening) is een aanvechtbare administratieve rechtshandeling.
Privacyverklaring
Op 25 mei gaat de Verordening 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, ook wel GDPR genoemd, in werking.
De bescherming van uw persoonsgegevens is voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van groot belang.
Subsidiaire bescherming : persoonlijke omstandigheden
Er wordt niet betwist dat de woning van verzoekers in Bagdad werd geconfisqueerd door een legerafdeling. Uit niets blijkt dat het mogelijk zou zijn om met behulp van een advocaat een rechtszaak aan te spannen tegen deze legerafdeling, zoals de commissaris-generaal poneert. Evenmin wordt in twijfel getrokken dat verzoekers soenniet zijn. Blijkens de informatie vervat in het administratief dossier lopen soennieten in Bagdad grotere risico’s om slachtoffer te worden van meer individuele vormen van geweld door de sjiitische milities.
Activiteitenverslag 2017
Jaarlijks stelt de Eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een activiteitenverslag op dat hij aan de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie overmaakt. U vindt hier het volledige jaarverslag voor het jaar 2017.
Toepassingsgebied van de Terugkeerrichtlijn en de Dublin III-Verordening
Wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken een illegaal verblijvende vreemdeling wenst over te dragen aan de Europese lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, dient toepassing gemaakt te worden van de Dublin III-verordening, met inbegrip van alle daarin vervatte procedures en waarborgen. Dit geldt ook wanneer de vreemdeling, die eerder een asielaanvraag had ingediend in een andere Europese lidstaat, in België geen nieuwe asielaanvraag indient. Het is onwettig om dan een terugkeerbesluit te nemen dat deze procedure en deze waarborgen niet eerbiedigt.
‘Specifieke omstandigheden eigen aan de zaak’ bij belangenafweging in het kader van het recht op gezinsleven
De Verenigde Kamers van de Raad dienden na te gaan of de staatssecretaris zorgvuldig te werk was gegaan bij het treffen van een beslissing tot beëindiging van het verblijf van een vreemdeling omwille van ernstige redenen van openbare orde in het licht van diens recht op privé- en gezinsleven zoals gewaarborgd door artikel 8 van het EVRM.